Dag 16 01/08/20

1 augustus 2020 - Ficulle, Italië

Bonjorno Italia

We zijn al helemaal klaar voor la Strade Biache, al duurt het nog een paaaaaaar uurtjes 😏. 

Ik denk dat dit de eerste keer is dat we effectief ‘wild’ camperen en dit lukt ons aardig. Het zonnepaneel draait op volle toeren, want het is al snel 38 graden en er is geen streepje schaduw 😅. 

Tijdens het wachten komt er een 'oude bekende' (.........die 'godverdomme zegt') voorbijgereden die in de remmen gaat om even met ons te praten. We zijn gecharmeerd. 
Even heel anders dan bij ons mag het gewone verkeer blijkbaar nog doorrijden een uurtje voor de renners voorbijkomen. Alle vier staan we te popelen tot ze eraan komen. En dan uiteindelijk het moment van de waarheid.... in een stofwolk die de auto’s achter zich laten zien we de eerste renners al. Enkele pelotons later herkennen we Vanderpoel, Van Aert, Gilbert, Steebart, Quankovski, en nog zoveel andere! Wat een moment. De jongens met hun pet op en ze supporteren alsof hun leven ervan af hangt. ALé, ALé, .... ALé, ALé,... Zo super om te zien. Alleen dit al maakt het wachten waard. Uiteindelijk komt bij de vrouwen Annemiek Vanveuten als eerste aan in Sienna en bij de mannen wint Wout Van Aert de Strade Bianche. Wat een respect!

We laden alles terug in en rijden richting Ficulle. Een Nederlander biedt er 4 slaapplaatsen aan. We rijden een 2 tal uur en denken bij de plaats aangekomen na een stuk grindweg gereden te hebben. We twijfelen even, want de twee poorten lijken gesloten. Achter ons staat een auto te wachten en aangezien we twijfelen over het feit of we juist zitten (want er hangt ook geen bordje of zo) rijden we uit beleefdheid door om hopelijk de wagen achter ons door te kunnen laten. Maar was dat een vergissing van ons!!!!!!! Wat we het komende uur beleven, beleven we een paar dagen opnieuw😨😓😨. Er stond een bordje die een daling aangaf van 10 tot 15%. Wat een vergissing van ons. Bij de daling slipten we nog door wanneer we rem helemaal induwden. We hoopten misschien nog op een gewone weg uit te komen om dan eventueel terug te kunnen rijden, maar neen hoor! We bellen de eigenaar op en vragen even raad. We hopen op een andere weg, maar de weg loopt dood. Er zit dus maar 1 ding op... terug naar boven. En we hebben al zooooveel takken horen schrapen tegen de alkoof en de ramen... Papa probeert te draaien en dat lukt moeizaam. Hij is zo slim van ons water af te laten. Ik stel nog voor om aan de mensen die hier beneden wonen te vragen of we hier eventueel de nacht te mogen doorbrengen en even te bekomen, maar papa wil de uitdaging aan, want er komt ons hier niemand uittrekken, zo luidt het. De ergste scenario’s fladderen voorbij. We nemen aan aanloop, maar al snel zit ons linker wiel half onder het grind. We proberen het nog eens, maar nu enkele centimeters ernaast, meer kunnen we niet, want de weg is echt smal. Alweer rijden we vast. Man! Het zweet breekt ons uit en ik beef als een rietje. De jongens zijn terecht druk en we proberen onze grote ongerustheid niet te laten merken. Stijn ziet geen andere oplossing dan de camper terug achteruit te laten lopen en er proberen door de vliegen... WAT EEN ONWEZENLIJKE minuten... het lijken wel uren. Eerst lukt het in 2 de versnelling, maar dan moeten we naar de 1 ste versnelling. We horen het grind kletsen tegen het onderkant, het gekrijs van de slepende takken, het geluid van de motor die op volle toeren alles moet geven. De camper slingert van de ene kant van de smalle weg naar de andere kant. De grote stenen die we tijdens de afdaling proberen te vermijden zijn nu onze redding om boven te geraken. DIT DOEN WE NOOIT MEER!

We komen terug aan bij de plek. We bellen de eigenaar en de sleutel van de poort blijkt gewoon aan de binnenkant te zitten. 
We parkeren. We zijn er niet goed van! Onze camper zit helemaal onder het stof en de krassen. En wellicht zien we de helft van de schade nog niet. 
De jongens zijn zo flink geweest dat ze een frisse duik verdienen. En is hier niemand, maar de eigenaar die in Nederland is vertelt ons dat we gerust een plons in het zwembad mogen nemen. Zijn zoon en dochter verblijven op dit moment in dit huis. Er ligt een uricorn op het water te drijven. Alles ziet er een beetje aan zijn lot overgelaten uit. Na onze plons eten we een hapje en rond 22u komen de 2 koppels aan na een etentje. 

Het is al na 1u wanneer we beslissen om toch maar te gaan slapen en morgen eens de motorkap te openen. Hopelijk hebben we onderaan geen schade of verliest hij geen olie. Maar chapeau voor ons beestje hoor!!!!!! En we zijn ook een wieldeksel kwijt. Maar das niets.

Slaapwel en we hopen dat ook de camper kan genieten van een meer dan welverdiende rust. 

Foto’s